Assistentie Hybride Werken in Provence-Alpes-Côte d'Azur

Thuiswerk in Frankrijk: Waar liggen de verschillen en waarom?

Thuiswerken is definitief ingeburgerd in het Franse professionele landschap. Na een spectaculaire opmars tijdens de gezondheidscrisis, is deze praktijk gestabiliseerd, maar ze toont aanzienlijke territoriale, sectorale en sociaaleconomische ongelijkheden, die een ongelijke geografie van telewerken creëren.

Een praktijk die nu verankerd is, met een dominant hybride model

Volgens de laatste officiële statistieken van INSEE, gepubliceerd in maart 2025, werkt 22% van de werknemers in de Franse privésector in de eerste helft van 2024 minstens één keer per maand thuis. Deze thuiswerkers werken gemiddeld 1,9 dag per week op afstand, wat de adoptie van een hybride model bevestigt in plaats van volledig telewerken.

Deze stabilisatie rond 22-24% sinds 2022 contrasteert met de uitzonderlijke pieken tijdens de gezondheidscrisis, toen bijna 28% van de werknemers in 2021 thuiswerkte. Intensief telewerken (3 dagen of meer per week), dat in 2021 piekte op 18%, betreft in 2023 volgens de DARES nog slechts 5% van de werknemers.

Tussen 2019 en 2023 is het aandeel werknemers dat af en toe thuiswerkt bijna verdrievoudigd, van 9% naar 26%, wat wijst op een structurele transformatie van de Franse arbeidswereld.

Sociaal-economische scheidslijnen: een digitale sociale kloof

De analyse van de gegevens onthult opvallende sociaaleconomische ongelijkheden. Bijna twee derde van de kaderleden (63%) werkt thuis, tegenover slechts 10% van de medewerkers en vrijwel geen arbeiders. Deze ongelijkheid is te verklaren door de aard van de banen: 80% van de kaderfuncties is geschikt voor thuiswerken, tegenover slechts 21% van de medewerkers.

Nog meer onthullend is dat onder medewerkers met telewerkbare functies 13% niet thuis kan werken vanwege een beslissing van de werkgever, tegenover minder dan 3% voor kaderleden. Dit verschil suggereert ongelijke onderhandelingsmacht en variabele vertrouwensniveaus van werkgevers afhankelijk van de beroepscategorie.

32% van de werknemers met een maandsalaris van 4000 euro of meer werkt thuis, tegenover slechts 22% van degenen met een salaris tussen 1500 en 1999 euro.

Geografische ongelijkheden: Parijs versus de regio’s

Territoriale verschillen vormen een andere belangrijke kloof in het Franse thuiswerken. Grote bedrijven (34% thuiswerkers) lopen ver voor op het MKB (18%), waardoor er verschillen ontstaan tussen metropolen en landelijke gebieden waar kleine bedrijven domineren.

De sectoren informatie-communicatie (75% thuiswerkers) en financiële dienstverlening (60%) concentreren een groot deel van de telewerkbare banen, deze sectoren zijn vooral gevestigd in de grote metropolen, met name in Île-de-France.

34% van de werknemers die meer dan 100 km van hun werkplek wonen werkt thuis, tegenover 22% van degenen die minder dan 5 km wonen. Deze realiteit bevoordeelt mechanisch de regio’s waar de afstand woon-werk groter is.

Het aanzuigeffect en organisatorische bepalers

INSEE-gegevens onthullen een bijzonder interessant aanzuigeffect: in bedrijven met meer dan 40% kaderleden werkt 20% van de niet-kaderwerknemers thuis, tegenover slechts 8% in bedrijven met minder dan 20% kaderleden. Deze “besmetting” van thuiswerken suggereert dat bedrijfscultuur en de sociale samenstelling van teams sterk beïnvloeden wie toegang heeft tot werken op afstand.

Bedrijfsovereenkomsten spelen ook een cruciale rol: terwijl in 2019 twee derde van de overeenkomsten thuiswerken beperkte tot één dag per week, handhaaft in 2022 slechts een derde deze beperking, en bijna een vijfde staat drie dagen of meer toe.

Demografische en sociale kenmerken

25% van de vrouwen werkt thuis, tegenover 19% van de mannen met dezelfde kenmerken, maar paradoxaal genoeg werken ouders van jonge kinderen (onder 6 jaar) niet meer thuis dan anderen. Daarentegen werkt 24% van de ouders met kinderen van 6 tot 17 jaar thuis, tegenover 22% van de anderen, wat suggereert dat thuiswerken meer tegemoetkomt aan organisatorische gezinsbehoeften dan aan kinderopvang van zeer jonge kinderen.

25% van de werknemers zonder leidinggevende verantwoordelijkheid werkt thuis, tegenover 22% van de managers, en de grootte van de woning speelt een rol: 26% van degenen met meer dan 30 m² per persoon werkt thuis, tegenover 22% van degenen met minder dan 20 m².

Uitdagingen voor territoriale en sociale gelijkheid

Deze ongelijkheden roepen belangrijke kwesties op voor ruimtelijke ordening en sociale rechtvaardigheid. Thuiswerken, verre van de grote gelijkmaker die men had gehoopt, reproduceert en versterkt soms bestaande ongelijkheden: tussen Parijs en de regio’s, tussen kaderleden en medewerkers, tussen grote bedrijven en MKB.

Bijna één op de vijf werknemers met een telewerkbare functie wilde niet thuiswerken, en 11% had willen werken maar kon niet, wat zowel ruimte voor verbetering als weerstand laat zien. Ongeveer een derde van de werknemers wil blijven of beginnen met thuiswerken, wat een groot potentieel vertegenwoordigt, maar sociaal gezien ongelijk verdeeld.

De kwestie van de “wederopstanding van de regio’s” door thuiswerken blijft grotendeels theoretisch: de meest telewerkbare banen blijven geconcentreerd in de metropolen, en werknemers in de regio’s hebben minder toegang tot functies die telewerken mogelijk maken.

Welke evolutie?

Het hybride model van twee dagen per week lijkt de norm te zijn geworden, 54,9% van de bedrijfsovereenkomsten van 2022 voorziet in deze modaliteit. Deze stabilisatie suggereert een evenwicht gevonden tussen de wensen van werknemers, organisatorische beperkingen en het behoud van sociale verbondenheid binnen het bedrijf.

Toch blijven spanningen bestaan: 46% van de HR-afdelingen is van plan twee dagen thuiswerken in 2025 toe te staan, maar sommige bedrijven proberen terug te keren naar meer aanwezigheid, wat weerstand oproept bij 56,7% van de betrokken thuiswerkers die dit zien als een aantasting van sociale verworvenheden.

Thuiswerken in Frankrijk schetst zo een kaart van hedendaagse ongelijkheden: geografisch, sociaal en sectoraal. Het is verre van een gelijkmaker; het neigt bestaande hiërarchieën te reproduceren en creëert nieuwe klooflijnen tussen wie kan thuiswerken en wie niet. De uitdaging voor het openbaar beleid is deze praktijk te democratiseren, terwijl de sociale en territoriale cohesie behouden blijft.


Belangrijkste bronnen: